Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [29]Te dien dage zullen [30]zijn [31]sterke steden zijn, als [32]een verlaten struik, en [33]opperste tak, welke [34]zij verlaten hebben, [35]om der kinderen Israels wil, hoewel daar [36]verwoesting zal wezen. 29. Te weten, als de vijand komt aantrekken. 30. Te weten Israel en Syrie. 31. Hebreeuws, de steden zijner sterkte, op welke hij zich namelijk verlaten had, meer dan op God den Almachtige. 32. Hebreeuws, de verlating eens struiks. 33. Dat is, als een tak in het opperste van den boom, dien de boomsnoeiers of niet achten, of waar zij niet bij kunnen komen; alzo zal het met de Israelieten en Syriers toegaan. 34. Te weten de Assyriers. 35. Dat is, dewijl God de Heere te dien tijde nog enige Israelieten verschonen wilde; de Assyriers lieten wel deze weinige Israelieten niet met voorweten en al willens overig blijven, maar dit wordt hier gezegd ten aanzien van het voornemen van God, die nog een overblijfsel onder de Israelieten heeft willen behouden. Derhalve heeft God de harten der Assyriers alzo bewogen dat zij nog enigen verschoond hebben, namelijk die, die God heeft willen verschoond hebben in Israel. Wat de Hebreeuwse manier van spreken aangaat, die hier in den tekst gebruikt wordt, zie dergelijke Gen.36:6,7; Ex.9:11; Job 37:18,19. 36. Te weten over Israel en Syrie.